5 July 2024 | Royal Theater Heerlen

Concentratie van Armoede

Op vrijdag 5 juli vond de derde Academiedag ‘Concentratie van Armoede’ plaats in het Royal Theater, georganiseerd in samenwerking met Zuyd Hogeschool, de Open Universiteit en Pharos.

Bekijk aftermovie

Concentratie van Armoede

Op vrijdag 5 juli vond de derde Academiedag genaamd ‘Concentratie van Armoede’ van de Academie voor Sociale en Stedelijke Ontwikkeling van het Nationaal Programma Heerlen-Noord plaats (NPHLN) in Royal Theater. Een samenwerking met Zuyd Hogeschool, de Open Universiteit en Pharos.

Hier lees je het onderzoeksrapport van Dennis Martens:

 

STARTRAPPORT CONCENTRATIE VAN ARMOEDE
Onderzoek NPHLN: dragen de smalste schouders de zwaarste lasten?

De aanleiding
In meerdere buurten in Heerlen-Noord klagen bewoners over een hoge mate van doorstroom en bijbehorende problemen en onzekerheden. Ook zien zij die hoge doorstroom gepaard gaan met een toename van armoede. De sociale cohesie staat onder druk en er doet zich een stapeling van problemen voor. Afgelopen tijd kwamen daar vergelijkbare signalen uit de overige 19 gebieden in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) bij.[i]

SAMENVATTING:

Er zijn veel redenen om verliefd te worden op Heerlen en de Heerlenaren. De tastbare en markante historische herinneringen zijn een bewijs van een indrukwekkende geschiedenis. Van kastelen tot kerken, van mijnkoloniën tot Romeins badhuis. Het glooiende landschap met haar beekdalen, heide en mijnsteenbergen biedt ongekende potentie en prachtige vergezichten. Veel Heerlenaren zetten zich elke dag vol overgave in voor hun gemeenschap. En precies die gemeenschap staat onder druk, zo leert dit startrapport van het Nationaal Programma Heerlen-Noord.

  1. Reusachtige doorstroom: Heerlen-Noord kent een hoge mate van verhuisbewegingen. De afgelopen 10 jaar kwamen er 32.000 mensen wonen van buiten Heerlen. Er vertrokken (bijna) net zoveel mensen. Als 32.000 van de 56.000 mensen in- en uitstromen is er sprake van een wankel fundament als het gaat om sociale cohesie. Daarnaast was een kwart van de kleuters geen peuter ín Heerlen. De hoge mate van doorstroom heeft daarmee ook effect op investeringen in bijvoorbeeld (voor- of vroegschoolse) educatie.
  2. Concentratie van armoede in Heerlen. Heerlen heeft de laagste SES-WOA-score van Nederland (in normaal Nederlands: de gemeente met de meeste armoede). 16 van de 23 Heerlense wijken zijn officiële ‘lage SES’-wijken. Heerlen kan dus niet zo makkelijk ‘mengen’. Mensen die naar Heerlen verhuizen, hebben bovengemiddeld vaak met armoede te maken. Kijken we specifiek naar de meest recente cijfers (2021) dan zien we dat in totaal 38 procent van de naar Heerlen verhuisde volwassenen een laag inkomen heeft. 18 procent is afhankelijk van een bijstandsuitkering en 10 procent heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit aandeel van 38 procent ligt fors hoger dan in andere NPLV-gemeenten. Daar ligt het aandeel laag inkomen op 27%, het aandeel bijstand op 6% en 3% arbeidsongeschiktheid.
  3. Concentratie van armoede in armste buurten. Zoomen we in op buurtniveau dan zien we hyperconcentratie van armoede. In sommige buurten groeit een groot deel van de kinderen op in een gezin in armoede, zoals Weggebekker (35 procent bijstand), Meezenbroek (28 procent bijstand) en Passart (25 procent bijstand). Wie daar de gezinnen die leven van een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij optelt, kan tot de conclusie komen dat in een enkele buurt bijna de helft van de kinderen in armoede (van een uitkeringssituatie) opgroeit.
  4. Vanuit het hele land. Van mensen die vanaf vestiging in Heerlen een bijstandsuitkering hebben, is maar liefst 34 procent van buiten Limburg afkomstig. 42 procent is afkomstig uit de omliggende gemeenten in de regio Parkstad, 24 procent uit de rest van Limburg en 34 procent van buiten Limburg. In totaal komt dus 58 procent van buiten de regio Parkstad Limburg. Voor de duidelijkheid: van Heerlen naar de grens met Noord-Brabant of Gelderland is ongeveer 100 kilometer afstand.

Let op: dit zijn ‘conservatieve’ verhoudingen, want het betreft slechts de mensen die met een bijstandsuitkering naar Heerlen kwamen en nog steeds bijstand ontvangen. Mensen die met bijstand kwamen maar inmiddels werk hebben zitten daar niet tussen. Zij kunnen echter ook een beroep gedaan hebben op enige vorm van hulp.

  1. Smalste schouders dragen de zwaarste lasten. Mensen die van buiten Heerlen naar Heerlen verhuizen, komen per definitie uit rijkere gemeenten. Heerlen heeft immers de laagste SES-WOA score van Nederland. Ongeveer een derde van de instroom van mensen met een bijstandsuitkering komt echter uit gemeenten met positieve SES-scores. Dat zijn gemeenten met veel hogere WOZ-waarden. Soms tot wel drie keer zo hoog.

STARTRAPPORT CONCENTRATIE VAN ARMOEDE

Kerncijfers:
Heerlen 87.000 inwoners, waarvan 56.000 in Heerlen-Noord.
Heerlen heeft 23 wijken waarvan er 16 een wijk lage sociaal-economische status (SES-WOA-score[ii]) hebben. Van die 16 wijken liggen er 14 in Heerlen-Noord. Heerlen is de gemeente met de laagste gemiddelde SES WOA-score van Nederland.

Heerlen is de centrumstad van de stadsregio Parkstad Limburg (7 gemeenten die samenwerken in de voormalige Oostelijke Mijnstreek met in totaal zo’n 255.000 inwoners). Heerlen-Noord (bijna tweederde van Heerlen en bijna een kwart van Parkstad Limburg) is één van de gebieden waar tientallen maatschappelijke organisaties de handen in één sloegen voor een generatielange sociale inhaalrace: het Nationaal Programma Heerlen-Noord (NPHLN).

Inleiding

De ruimtelijke spreiding van welvaart, rijkdom en armoede is vooral een gevolg van de wijze waarop de woningmarkt functioneert. Deze fungeert als het ware als ‘verdeelmachine’[iii]. Het gevolg: structurele langdurige armoede in verschillende delen van Nederland waar de leefbaarheid en veiligheid sterk onder druk staan. Zoals ook geconcludeerd wordt in het rapport ‘Een thuis voor iedereen’: ‘Door de concentratie van sociale huurwoningen en de huisvesting van aandachtsgroepen, staat op sommige plekken de leefbaarheid onder druk. Een betere balans is nodig.’

Ook het Sociaal-Cultureel Planbureau (SCP) ziet een scheiding in leefwerelden. Daarbij concludeert het SCP onder andere dat de gescheiden leefwerelden ten koste gaan van kansengeljkheid[iv]. Van groot belang dus voor het Nationaal Programma Heerlen Noord (NPHLN) waar het doel is om de kansengelijkheid te bevorderen.

In dit startrapport wordt ingezoomd op Heerlen-Noord. Eén van de 20 gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV)[v]. Wat betekent de langdurige instroom van mensen met een grote ondersteuningsvraag voor dit deel van Heerlen?

  1. Ruimtelijke spreiding van armoede in Nederland

In Nederland leven 580.000 huishoudens langdurig met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum[vi]. Dat is 8% van het totaal aantal huishoudens. Zoals het kaartje laat zien verschilt de verdeling van die huishoudens sterk over het land. Het gaat om delen van de provincies Groningen en Friesland, aangevuld met Enschede en Almelo. Arnhem, Nijmegen en de regio Rijnmond, met Rotterdam (14%) als gemeente met het hoogste aandeel huishoudens met langdurig laag inkomen in Nederland. Vervolgens zijn er gemeenten in Noord- en Zuid-Limburg, zoals Venlo, Sittard-Geleen en Heerlen die opvallen. Heerlen is centrumgemeente van de voormalig Oostelijke Mijnstreek, nu Parkstad Limburg, waar naast Heerlen (13%) ook Kerkrade (11%) en Brunssum (10%) een hoog percentage langdurig arme huishoudens kennen.

Ook de SES-WOA scores laten een zelfde beeld zien[vii]. In de top 10 van gemeenten in Nederland met de grootste armoede staan 4 Zuid-Limburgse gemeenten: Heerlen (1), Kerkrade (2), Maastricht (5) en Vaals (10).

In de volgende paragraaf wordt verder ingezoomd op armoede in Heerlen en Heerlen-Noord.

  1. Armoede in Heerlen

De ‘on-Hollandse’ armoede in Heerlen heeft grofweg drie historische oorzaken:

Intergenerationele armoede

De sluiting van de mijnen en de daarop volgende gebrekkige, weinig structurele en niet passende werkverschaffing zorgden voor een enorme daling van de welvaart in stad en (Mijn)streek. Daardoor ontstond intergenerationele armoede. “Geen stad in Nederland viel zo snel zo diep als Heerlen. De hoogste dichtheid aan bontjassen in de jaren vijftig, de grootste armoe twintig jaar later.” vatte Marcia Luyten het ontstaan van intergenerationele armoede kernachtig samen in haar boek ‘Het geluk van Limburg’.

Duizenden nieuwe woningen op gesaneerde mijnterreinen

In de jaren tachtig werden duizenden nieuwe woningen gebouwd op de gesaneerde mijnterreinen van de Mijnstreek. In een tijd van recessie, hoge rentestand en een slechte koopwoningenmarkt bleken de toenmalige woningbouwverenigingen belangrijke motoren achter de ontwikkelingen die rondom de voormalige mijnzetels plaatsvonden (‘van zwart naar groen’). Zij bouwden duizenden nieuwe sociale huurwoningen. Bovenop de verarmde bevolking van de Mijnstreek kwamen er in de decennia erna mensen uit het hele land op de betaalbare woningen af die in hun eigen gemeenten nauwelijks nog te vinden waren.

Landelijke politieke keuzes: verkoop ‘slecht’ bezit en inkomenstoets

Politieke keuzes in Den Haag hielpen de concentratie van armoede verder toenemen. Woningcorporaties werden gestimuleerd hun bezit te verkopen. Mede daardoor kon een grote particuliere verhuursector met discutabele praktijken ontstaan.  De inkomens-toets waaraan woningcorporaties werden onderworpen (2012) deed de (hyper)concentratie van armoede verder toenemen.

Als gevolg van deze geschiedenis zijn bijna 6.000 huishoudens in Heerlen afhankelijk van een laag inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Veel huishoudens zijn dan ook aangewezen op inkomensondersteuning. In totaal ontvangt 9% van de huishoudens een bijstandsuitkering. Landelijk is dit 5%[viii]. De armoede kenmerkt zich verder door een hoog percentage laaggeletterdheid (16%)[ix], lage WOZ-waarde (203k)[x] en grote energiearmoede (15%)[xi]. Ook de gezondheid van de mensen in Heerlen is veel slechter dan landelijk. De levensverwachting bij geboorte in Heerlen is 79,3 jaar tegenover 81,6 jaar landelijk[xii]. In de volgende paragraaf zoomen we in op de inkomensondersteuning vanuit de bijstand.

De cijfers voor Heerlen worden voor een groot deel bepaald door het gebied Heerlen-Noord. Heerlen-Noord bestaat uit de 13 wijken gelegen boven de spoorlijn van Landgraaf naar Sittard, aangevuld met de wijk Eikenderveld. Wijken die allemaal grote achterstanden kennen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. In totaal woont 69% van de huishoudens in Heerlen in Heerlen-Noord. Daarmee ligt het aandeel beduidend hoger dan in andere gemeenten met NPLV-gebieden. Sterker nog, er is geen NPLV gebied dat meer dan 50% van het totaal aantal huishoudens van een gemeente huisvest[xiii].

In de volgende paragraaf zoomen we in op de inkomensondersteuning vanuit de bijstand.

  1. Bijstand in Heerlen en Heerlen-Noord         

In Heerlen ontvangen 4.058 personen een uitkering[xiv]. Dat is 9% van het totaal aantal huishoudens. In Heerlen-Noord is dit percentage hoger: 12%. Daar ontvangen 3.011 mensen een uitkering. Bijna driekwart van de bijstandsgerechtigden woont dus in Heerlen-Noord. Dit terwijl 63% van de volwassenen in Heerlen-Noord woont.

In totaal wonen op de peildatum 7.762 mensen in Heerlen in een gezin met bijstandsuitkering. Hiervan zijn er 1.739 jonger dan 18 jaar. Dit is 13% van het totaal aantal kinderen jonger dan 18 jaar in Heerlen. In Heerlen-Noord gaat het om 15% van de kinderen. Op een lager schaalniveau zijn er echter buurten waar dit percentage oploopt naar 35% (Weggebekker), Meezenbroek (29%) en Passart (25%)[xv].

Als het gaat om de uitkeringsduur dan heeft in Heerlen iets meer dan 50% van de 4.058 personen deze uitkering langer dan 5 jaar. Korter dan 2 jaar is 27%. De rest heeft dus een uitkeringsduur van 2 tot 5 jaar. De uitkeringsduur in Heerlen-Noord verschilt nauwelijks van die van Heerlen.

De huidige bijstandspopulatie bestaat voor 31% uit mensen die vanaf het moment van vestiging in Heerlen een uitkering hebben. Dit zijn 1.251 personen. Hiervan is 42% afkomstig uit Parkstad Limburg, 24% uit de rest van Limburg en 34% van buiten de provincie Limburg. Het gaat daarbij om uiteenlopende gemeenten. Op basis van de eerder gebruikte SES-WOA scores heeft 38% van de herkomstgemeenten een positieve score.[xvi] Van de mensen die afkomstig zijn van buiten Limburg komt zelfs het meerendeel uit een gemeente met een positieve score. Gemeenten met een positieve score op de sociaaleconomische ladder van het CBS, zijn mogelijk ook beter in staat om huishoudens op te vangen na een armoedeval. Voorbeelden zijn: Zeist, Haarlem, Laren, Utrecht etc..

Conclusie: een lagere instroom vanuit gemeenten met een betere sociaaleconomische uitgangspositie verlaagt op langere termijn de druk op Heerlen-Noord aanzienlijk.

Waar wonen de mensen met een bijstandsuitkering? Uit een eerste analyse op basis van 3 woningcorporaties blijkt dat zij de helft van de mensen in de bijstand huisvesten. Daarvan heeft 31% een uitkering vanaf het moment dat ze in Heerlen zijn komen wonen. Hiervan komt 27% van buiten Limburg. Het zal uit nader onderzoek moeten blijken maar zeer waarschijnlijk woont het grootste deel van de overige bijstandsgerechtigden in een woning van particuliere verhuur. Deze sector is 17% van de totale woningvoorraad in Heerlen.

De huidige samenstelling van de bijstandspopulatie is onder andere ontstaan uit de jarenlange instroom naar Heerlen. Hoe ziet deze eruit?

  1. Verhuizingen van en naar Heerlen en Heerlen-Noord

In de afgelopen 10 jaar zijn er 59.000 mensen in Heerlen komen wonen. Hiervan hebben 32.000 zich gevestigd in Heerlen-Noord. Dat is 54%. Er zijn ook mensen vertrokken uit Heerlen. Dat zijn er in dezelfde periode van 10 jaar 56.000. Daarvan zijn er wederom 32.000 afkomstig uit Heerlen-Noord[xvii]. De groei als gevolg van verhuizingen is dus volledig toe te schrijven aan Heerlen-Zuid.

Het NPHLN richt zich met een generatielange aanpak op verbetering voor de toekomstige generatie in Heerlen-Noord[xviii]. Het feit dat mensen zich kunnen vestigen in Heerlen-Noord of kunnen vertrekken uit Heerlen-Noord is daarbij direct van invloed. Zo worden extra activiteiten ondernomen om meer kinderen naar de peuteropvang te laten gaan. Het doel: het taalniveau van kinderen die starten op de kleuterschool te verhogen. Uit een analyse van de 4-jarigen in Heerlen-Noord in de periode 2020-2024 blijkt echter dat een kwart van hen geen peuter (2 en 3 jarigen) was in Heerlen-Noord. Dit pleit voor het uitrollen van de aanpak naar de rest van Heerlen en de regio Parkstad Limburg.

Uit een analyse van de totale bevolking (57.000) in Heerlen-Noord per 01-01-2024 blijkt dat 63% van de mensen die per 01-01-2014 in Heerlen-Noord woonden, dit ook nog 10 jaar later doen. Een deel is overleden (5.500), maar een groter deel verhuisd (18.700). Ook dit heeft direct invloed op het programma dat zich richt op een doorlopende leer- en leeflijn. Er zijn wijken waar het percentage daalt tot onder de 50%. Zo woont van de inwoners in Eikenderveld uit 2014 nog maar 45% in de wijk 10 jaar later. Dit heeft gevolgen voor de sociale cohesie in een wijk.

Naast de omvang en doorlooptijd gaat het ook om de sociaaleconomische kenmerken van de instroom.

  1. Sociaaleconomische kenmerken

Op basis van nader onderzoek door het CBS[xix] is in te zoomen op een aantal sociaal-economische kenmerken van de mensen die naar Heerlen verhuizen. Zo blijkt dat in 2021 ongeveer 38% van de naar Heerlen verhuisde volwassenen een laag inkomen[xx] heeft.  18% is afhankelijk van een bijstandsuitkering en 10% heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering[xxi]. In vergelijking met andere NPLV-gemeenten[xxii] zijn dit fors hogere percentages. Voor de onderzochte NPLV-gemeenten liggen de percentages op: 27% laag inkomen, 6% bijstand en 3% arbeidsongeschiktheid.

In absolute aantallen gaat het om 3.390 volwassenen die zich gevestigd hebben in Heerlen in 2021. Daarvan zijn er 1.288 met een laag inkomen, 610 met een bijstandsuitkering en 339 met een arbeidsongeschiktheidsuitkering[xxiii].

Helaas ontbreken de sociaaleconomische gegevens op een lager schaalniveau. De instroom specifiek voor Heerlen-Noord kan dus (vooralsnog) niet in beeld worden gebracht. Op basis van onder andere de woningvoorraad in Heerlen-Noord kan echter wel aangenomen worden dat de percentages die bekend zijn voor Heerlen, ook minimaal zullen gelden voor de vestiging van mensen in Heerlen-Noord. Zéér waarschijnlijk liggen de percentages zelfs hoger.

Wat zijn nu de gevolgen van de concentratie van armoede in Heerlen-Noord?

  1. Gevolgen concentratie van armoede voor het NPHLN

De concentratie van armoede heeft echte gevolgen voor de levens van echte mensen.
Daarnaast heeft ze behoorlijke consequenties op de uitvoeringskracht van tientallen maatschappelijke organisaties, zoals huisartsenpraktijken, verenigingen, scholen, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en de politie.

Werk

Eén van de doelstellingen van het NPHLN is de halvering van het aantal bijstandsgerechtigden. Als mensen aan het werk kunnen, leidt dat vaak tot een beter leven. Daarvoor zijn extra inspanningen nodig. Dat vraagt om intensieve steun van de mensen in de bijstand. De nieuwe instroom, waarvoor dus telkens een nieuw ondersteuningstraject opgestart moet worden, legt een beslag op die capaciteit. Zoals de cijfers laten zien is die instroom in Heerlen, in vergelijking met andere NPLV-gebieden, onevenredig hoog.

Onderwijs

Als gevolg van de concentratie van armoede is de kans op een onderwijsachterstand[xxiv] in Heerlen-Noord groot. Het gaat om 32% van de kinderen (peuters en basisschoolleerlingen) dat naar verwachting een onderwijsachterstand heeft. In sommige wijken[xxv] loopt dit op tot boven de 40%. Dit heeft o.a. gevolgen voor het voortgezet speciaal onderwijs in de regio. Op dit moment is het deelnemingspercentage vanuit Parkstad Limburg voor het voortgezet speciaal onderwijs 5,8% van het totaal aantal leerlingen. Dit terwijl vanuit het rijk voor 3,5% aan middelen beschikbaar is. Scholen passen dit verschil zelf bij. Er is dus wederom extra inspanning nodig om de basis op de orde te krijgen (en te houden). Daardoor is er nauwelijks ruimte voor een extra inspanning bovenop die basis.

Veiligheid

Heerlen is de gemeente met het hoogste aantal verdachten per 10.000 inwoners[xxvi]. Gevolgd door grote steden als ’Den Haag en Rotterdam. Er is dus urgentie voor extra inzet van politie en handhaving in Heerlen. Het tegendeel is echter het geval. Het Regionaal Beleidsplan Politie Limburg 2024-2027 deelt Heerlen 155 fulltime agenten toe. Dat is de basis. In praktijk zijn dit er echter 125. Er zal dus een extra inspanning moeten worden geleverd om aan de basis te gaan voldoen. Het NPHLN begint dus ook hier met een achterstand die zal moeten worden ingehaald, alvorens er aan de extra inspanningen gewerkt kan worden.

Sociale cohesie en vertrouwen

Een grote instroom van mensen van buiten Heerlen met een zorg- en ondersteuningsvraag heeft ook gevolgen voor de sociale cohesie en vertrouwen tussen mensen in de buurt. Het CBS heeft laten zien dat Heerlen behoort tot de top drie gemeenten waar mensen het minst vertrouwen hebben in elkaar[xxvii]. In Heerlen-Noord lag dit vertrouwen bovendien met 48 procent beduidend lager dan in het zuiden van Heerlen waar 59 procent vertrouwen heeft in andere burgers. Het verloop van mensen in de buurten van Heerlen-Noord is zéér waarschijnlijk onderdeel van de verklaring voor dit lage vertrouwen. Als je in een buurt woont waar in 10 jaar tijd de helft van de inwoners vertrekt, dan is het moeilijk bouwen aan vertrouwen en cohesie.[xxviii] Beide vormen mede een basis de activiteiten van het NPHLN. Dit vraagt extra aandacht in de uitvoering.

  1. Wat moet er gebeuren?

Meer onderzoek. Dit startrapport is slechts het begin. NPHLN gaat graag samenwerking met onderzoekers en andere (NPLV-) gebieden aan om de segregatie in Nederland permanent in kaart te brengen.

  1. We beginnen altijd bij onszelf: Heerlen doet al heel veel, maar wat beter moet, moet beter.[xxix] Heerlen zal vooral de eigen sociale stijgers moeten proberen te behouden in buurten en stad. Daarnaast zal de onevenredig grote particuliere sector intensief gereguleerd en gehandhaafd moeten worden.[xxx] Heerlen kan de historisch verklaarbare sociale achterstanden echter niet alleen inhalen, want 16 van de 23 wijken hebben een lage SES-WOA-score.
  2. Parkstad-Plan: de on-Hollandse achterstanden gelden niet alleen voor Heerlen (16 van de 23 wijken), maar ook voor de rest van Parkstad: van de 50 armste wijken van Limburg staan er 26 in Parkstad.
  3. Rijke gemeenten in de rest van Nederland moeten meer bouwen voor (hun eigen) mensen met lage inkomens. De concentratie van armoede is, zoals ook dit rapport laat zien, een gevolg van de concentratie van rijkdom. Een volgend kabinet kan de segregatie aanpakken door reeds ingezette richting te verstevigen: rijke gemeenten moeten méér sociaal bouwen.[xxxi]

Verwijzingen

[i] AD, ‘Stop de stapeling van problemen in achterstandswijken’ | Opinie | AD.nl

Volkskrant, Flatwijk Overvecht kan niet nog meer kwetsbare bewoners aan, maar dat moet wel | de Volkskrant

Trouw, Overheidsgeld tegen armoede is ‘zinloos’ zonder betaalbare huizen in rijke gemeenten | Trouw

[ii] https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksomschrijvingen/ses-woa-scores-per-wijk-en-buurt

[iii] Zie https://bit.ly/3xjZJRP

[iv] https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2024/04/05/de-leefwerelden-van-arm-en-rijk

[v] In het NPLV werkt het Rijk samen met gemeenten en andere lokale partijen om de leefbaarheid en veiligheid in 20 focusgebieden in 19 steden weer op orde te krijgen en de bewoners weer perspectief te bieden. Zie https://www.volkshuisvestingnederland.nl/onderwerpen/programma-leefbaarheid-en-veiligheid  https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/07/01/nationaal-programma-leefbaarheid-en-veiligheid

[vi] https://dashboards.cbs.nl/v5/Armoedescan/

[vii] https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksomschrijvingen/ses-woa-scores-per-wijk-en-buurt

[viii] https://www.waarstaatjegemeente.nl/mosaic/dashboard/werk-en-inkomen

[ix] https://geletterdheidinzicht.nl/dashboard

[x] https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85036NED/table?dl=9FEA2

[xi] https://energiearmoede.tno.nl/

[xii] https://www.vzinfo.nl/levensverwachting/regionaal/bij-geboorte

[xiii] Inventarisatie is gemaakt door het programmabureau van NPHLN

[xiv] Stand per 01-10-2023. Bron: Gemeente Heerlen 2024

[xv]  Stand per 01-10-2023. Bron: Gemeente Heerlen 2024

[xvi] Analyse op het bestand van 01-10-2023 gecombineerd met de SES-WOA scores zoals gepubliceerd via https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksomschrijvingen/ses-woa-scores-per-wijk-en-buurt

[xvii] Cijfers zijn afkomstig uit de Basisregistratie Personen van de gemeente Heerlen.

[xviii] https://www.heerlen-noord.nl/over-nphln/

[xix] https://dashboards.cbs.nl/v3/Verhuizingendashboard2017tm2021/

[xx] Laag inkomen: iedereen met een gestandaardiseerd huishoudinkomen die landelijk behoort tot de laagste 33% van de gestandaardiseerde huishoudinkomens

[xxii] Het gaat om de gemeenten: Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Leeuwarden, Lelystad, Roosendaal, Schiedam, Utrecht en Zaanstad. Van de overige NPLV gemeenten ontbreken de gegevens.

[xxiii] Het gaat om de gemeenten: Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Leeuwarden, Lelystad, Roosendaal, Schiedam, Utrecht en Zaanstad. Van de overige NPLV gemeenten ontbreken de gegevens.

[xxiv] Zie https://dashboards.cbs.nl/v5/onderwijsachterstanden/

[xxv] Vrieheide-De Stack (43%) en Heerlerheide-Passart (40%)

[xxvi] https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/11/kwart-van-alle-verdachten-van-misdrijven-jonger-dan-23-jaar

[xxvii] https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/aanvullende-statistische-diensten/2022/de-heitjes-en-het-onderlinge-wantrouwen-in-heerlen

[xxviii] Op basis van een analyse van de stand bevolking met peildatum 01-01-2014 en peildatum  01-01-2024.

[xxix] Stadszaken, Heerlen weert met ‘robuust beleidpakket’ ongewenste wooninitatieven – Stadszaken.nl

[xxx] De Limburger, Huis in Heerlense volksbuurt opnieuw te huur, nu voor bijna … – De Limburger

[xxxi] Gebiedsontwikkeling.nu, https://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/het-grootste-gevaar-is-niet-de-concentratie-van-armoede-maar-juist-die-van-rijkdom/

Ochtendprogramma

  • 10.15 - 10.45
    Inloop
  • 10.45 - 11.00
    Welkomstwoord door Alliantiebestuurder Barry Braeken
  • 11.00 - 11.15
    Programmadirecteur Ron Meyer in gesprek met een bewoner uit Heerlen-Noord
  • 11.15 - 12.00
    Lezing: NPHLN hoofdonderzoeker Dennis Martens met nieuwe cijfers achter de concentratie van armoede
  • 12.00 - 12.30
    Lezing: Burgemeester Ahmed Marcouch over de aanpak van armoede in Arnhem
  • 12.30 - 13.00
    Paneldiscussie met Ahmed Marcouch, Remy Justus, Wim Hazeu, Carola v.d. Weijden en Ruud Kleinen